maandag 28 september 2015

A free bird

Ik vrees dat Afrika me te pakken heeft. Of is het gewoon de rust, de simpele zaken en zorgen, de kleine dingen? Dat zal ik waarschijnlijk pas weten als ik verder trek. Maar dat ik terug kom naar Afrika, dat staat als een paal boven water. Ik denk op dit moment dat het eerder een soort thuis voelen in de wereld is. In Afrika en waarschijnlijk ook ergens anders. Ik draai mee en voel een rust en een vrijheid die ik voordien, zonder me daar echt bewust van te zijn, zo erg gemist heb. Alsof ik pas hier en nu helemaal mezelf kan zijn.
En begrijp me niet verkeerd, er zijn veel mensen in België die ik doodgraag zie en die tranen of emotie teweeg brengen wanneer ik ze nu gewoon nog maar hoor of via Skype zie of zelfs maar een mail van hen lees. Maar die tranen zijn geen heimwee of verdriet. Het is eerder alsof ik hier nog beter kan voelen hoe belangrijk sommige mensen voor mij zijn. Hoe graag ik hen zie. En dat komt niet door de afstand, maar doordat ik voel hoe juist mijn beslissing om te vertrekken was. Voor mezelf. En dat voelt goed.

Ergens een tijd wonen en meedraaien is heel anders dan als toerist naar die plek reizen. De ups en downs, de verschillende kanten van mensen en van jezelf, dagen die schitteren en dagen die als lood voelen. Je hebt ze allemaal nodig om echt te voelen dat je leeft.

Er zijn de kleine dingen. Ik knipte al mijn eigen haar (heb weer een froefroe), kan een Savannah openen met een flesje water (daar werd ik echt goed in), reed met de jeep in mijn eentje (ben ik echter iets minder goed in), leerde al enorm veel over vogels (dankzij 5-jaar oude Nala), herken de meeste bushgeluiden 's nachts, leerde 3-jarige Khan 'pardon' zeggen (of iets dat er alvast op trekt), durf meestal alleen naar huis wandelen, ontdekte dat ik een zwak heb voor giraffen en rustig wordt van het lage gebrom en het gekraak en getrompetter van olifanten. Om maar enkele dingen te noemen...

Dan is er een regenboog aan emoties. Mijn broer is vaak in mijn gedachten. Wat zou hij hiervan vinden? Wat zou hij zeggen van mijn foto's? 'Graaf zusje! Wow... Jaloers!' Ik zie het hem zo zeggen. Misschien was hij wel op bezoek gekomen. Af en toe zijn er plots tranen. Dan mis ik hem. Mis ik zijn bulderende lach en typische commentaar, zijn onverwachte telefoontjes op de meest onmogelijke momenten, zijn dromen... Maar hij is mee hier. Hij zou dit geweldig hebben gevonden. Dat voel ik ook. Gelukkig.

Een paar dagen geleden ben ik voor de eerste keer echt bang geweest. Ik vertelde al dat ik het geluk had om een luipaard en haar jong te zien. Dat specifieke luipaard is hier gekend als Matsebe (door haar twee gehavende oren blijkbaar). Ze is niet meer van de jongste en had al eens lastige periodes en dan werd ze vaak rond het kamp gezien. Sowieso komt ze geregeld op bezoek. Het was vertederend om haar samen met haar jong te zien, maar plots ging het niet meer zo goed met hen. Ze heeft een tijd blijkbaar geen 'kill' gehad en was heel erg vermagerd. Bovendien heeft ze daardoor haar jong moeten achterlaten. Zo zielig en dat raakt je dan wel. Op een game-drive kwamen we haar tegen. Ze moest oude vissenkoppen eten die visarenden op de grond lieten vallen en het jagen leek maar niet te lukken. Ik had met haar te doen. We volgden haar een tijdje met enkele jeeps en uiteindelijk waren er nog twee wagens over. De onze en die van enkele vrienden. Matsebe lag tussen onze auto's in. Plots stond ze op en wandelde ze tot net naast onze wagen, naast mij, waar ze ging zitten. Op nog geen meter en ze keek naar boven de auto in. Recht in mijn ogen. Ik denk dat mijn hart toen even stopte. Haar wanhopige blik. Ze bleef zo zitten en het leek een eeuwigheid al was het waarschijnlijk maar enkele minuten of zelfs dat nog niet. Op een bepaald moment begon ze zelfs te grommen. Ik denk dat mijn benen het begeven hadden als ik toen recht had moeten staan. Ik kan het niet uitleggen in woorden, maar oog in oog staan met een wild dier is iets ongelofelijks. Al de rest valt helemaal weg. Nadien had ik een glaasje nodig om weer bij te komen.



Af en toe is er ook frustratie of teleurstelling. In mezelf en in anderen. Zo ben ik nog steeds geen krak in dingen voor mezelf vragen en dat merk ik hier en daar. In de keuken bv. moet ik steevast mijn eigen ontbijt (en dat van de kindjes) maken, terwijl ze dat voor anderen wel maken als die dat vragen. Net omdat ze natuurlijk heel goed weten dat ik het anders wel zelf zal doen. Nog werk aan de winkel voor mij dus...
En als er spanningen zijn of ruzie is tussen mensen hier, dan kan ik daar ook echt last van hebben. Zelfs (of misschien vooral) als er niets gezegd wordt, maar er vanalles in de lucht hangt. 



Maar vooral en heel vaak zit ik gewoon in de jeep naar olifanten of de zonsondergang te kijken met een Savannah in mijn hand en een lach op mijn gezicht. Dan klopt alles zo wonderlijk dat ik me oprecht gelukkig en blij voel en af en toe stiekem met mijn ogen moet knipperen.



Tot slot zijn er momenten en dingen die ik echt nooit meer zal vergeten. De dode krokodil die door het nijlpaard op de oever werd gesmakt; de impala die in het water stond met een krokodil aan haar poten, een nijlpaard wat verder en zeven wilde honden rond het water; het luipaard met haar jong en een dode impala in een boom; tussen de olifanten staan en hen zien zwemmen en spelen; een olifant die tot op een paar meter van waar je op de grond zit naar je toe komt gewandeld of een nijlpaard dat op je af komt gelopen tijdens sundowners op een game-drive. Allemaal onvergetelijk. Naast dat alles vond ik ook een soulmate, een 'brother in arms' en daar zijn er niet zoveel van. De gesprekken met hem, die korte ontmoeting heeft me nog meer gesterkt in de juistheid van mijn beslissing om erop uit te trekken. Ik voel me oprecht thuis in de wereld. Met mezelf. Ik ben gelukkig hier. A free bird... En dat is echt wat ik nu nodig heb.

maandag 14 september 2015

The real thing.

We zijn ondertussen zes weken ver en bijna in de helft van mijn Afrikaans avontuur. De tijd gaat snel en ik vraag me soms af hoeveel tijd je nodig hebt om Afrika echt beleefd te hebben. Is drie maanden dan wel genoeg? Om te voelen hoe het is om hier te leven. Welke ervaringen heb je daarvoor nodig? Is het voldoende om veel dieren te zien om echt in Afrika geweest te zijn? Moet je misschien een nacht onder de sterren geslapen hebben? Een 'kill' meemaken? Winter en zomer beleefd hebben?

De winter hier is duidelijk lang achter ons. Een lange broek is enkel nog handig om muggen op afstand te houden en mijn warme pyamabroek daar moet ik maar een andere bestemming voor vinden. Ik ben al mijn kleren momenteel al zo beu dat ik me heb voorgenomen om me in Kaapstad gewoon een nieuwe garderobe aan te schaffen. Mijn haar zou eigenlijk eens geknipt moeten worden en mijn voeten zien permanent zwart van het zand hier. Zelfs schrobben of weken helpt maar gedeeltelijk. Maar goed, olifanten of leeuwen vinden dat doorgaans allemaal niet zo erg.


Sinds gisteren kunnen we weer op game-drive. Door omstandigheden lukte dat een hele tijd niet meer, wat het toch een beetje moeilijker maakte af en toe. De dagen zijn hier soms best lang en een weekend dat bestaat hier niet. Dus als 's morgens de zon op komt, zijn daar ook Nala en Khan en dat blijft zo tot de zon alweer enkele uren onder is. En als er dan geen game-drive is, dan duurt een dag lang. Af en toe betrapte ik mezelf erop dat ik nood had aan iets anders dan kids-duty. Elcke en Shaun deden hun best om het hier en daar makkelijker en aangenamer te maken. Zo ging ik eens met Shaun op night-drive, reden we over de middag even langs enkele leeuwen die hij 's morgens op de game-drive met gasten gezien had en paste hij af en toe op Nala en Khan zodat ik even op mijn gemak kon gaan lunchen of internet checken. Ik moest er dan wel bij pakken dat het huis op stelten stond als ik terug kwam. En meestal lag Shaun dan te slapen en lagen er lege ijspapiertjes en een leeg doosje snoepjes op de grond terwijl Nala en Khan als twee engeltjes breed lachend naar mij stonden te kijken.


Game-drives, dieren tegenkomen in het kamp of terwijl ik naar huis wandel, het reilen en zeilen van een kamp, gaan zwemmen als het bijna 40 graden is met zicht op enkele olifanten, nijlpaarden, impala of kudu of in je bed liggen en naast de canvas muren van je huisje olifanten horen wandelen, eten en ja ook hun behoefte doen. Al die geweldige ervaringen vergeet ik van mijn leven niet meer. 


Een tijdje geleden tijdens een sundowner op een game-drive genoten we van een prachtige uitzicht tot er plots iets tegen mijn hoofd vloog. Impala keutels. Shaun houdt wel van een mopje. Zo legde hij al een berg kolen onder mijn stoel tijdens een diner waardoor ik amper nog op mijn stoel kon blijven zitten, zo heet was die geworden. Toen we gisteren 's avonds een auto tegen kwam die ook naar het kamp moest, maar verloren gereden was en ons dus volgde, reed hij na een tijdje plots naar links, deed al zijn lichten uit en schaterde het vervolgens uit omdat de auto nietsvermoedend rechtdoor reed. En een paar dagen terug speelde hij tijdens het diner een irritant insect achter mijn oor met een lange grasspriet wat ik pas laat doorhad, tot groot plezier van de gasten rondom ons. Shaun.
Maar de impala keutels dus. Die stak hij in zijn mond en vervolgens werd hij even een machinegeweer. Toen ik een gezicht trok, wist Elcke me te vertellen dat ik dat ook eens moest doen. Want je bent pas echt in Afrika geweest als je een impala keutel in je mond gehad hebt. Verdekke. Dat is het dus! En dus heb ik, zonder er verder over na te denken, ook maar zo'n ding in mijn mond gestoken. Het was er snel weer uit, maar ik heb wel raak geschoten. Ik ben dus echt wel in Afrika geweest.

donderdag 10 september 2015

Vallende sterren

-Dit stukje schreef ik een tijdje terug, maar werkte het nu pas af...-

Het was al donker en als ik naar boven keek, zag ik duizenden sterren. Af en toe zelfs een vallende ster. Ik zag zelfs één keer een soort meteoor (je zag echt een brandende bol en hij was groter dan de gemiddelde ster) die viel met een staart erachter die wel in brand leek te staan. Prachtig. Ik heb hier al wat 'af gewenst'.
De kok kwam het driegangendiner aankondigen met bijpassende wijnen en iedereen schoof aan. Er stonden lampjes op de lange tafel buiten en omdat het 's avonds nog best koud was, kwamen ze een schep warme kolen onder je stoel leggen. In het begin is dat wat onwennig omdat het lijkt alsof je stoel in brand gaat vliegen, maar al gauw wordt het heel aangenaam warm. Er kwam een voorgerecht en wat later mochten we aanschuiven we aan voor het hoofdgerecht. Af en toe kwam er iemand stiekem wijn of water bijvullen. In het donker rondom hoorden we allerlei bushgeluiden. Een nijlpaard, kwakende kikkers, vogels die ruziemaken en bavianen in de bomen boven de tenten.

Enige tijd geleden werd er stroomopwaarts een enorme krokodil gevonden die waarschijnlijk door een nijlpaard met een slecht humeur aan zijn eind gekomen is. Er was die avond ook veel beweging in het kamp. Een groep bavianen besloot de nacht door te brengen in de bomen van het kamp, enkele olifanten braken de boel af door bomen en takken zo te buigen om de bladeren eraf te kunnen eten tot ze kraakten of zelfs barstten. In de verte (hoewel het redelijk dicht bij het kamp blijkt) hoorden we af en toe een leeuw brullen op zoek naar compagnie. Dat was een nieuw geluid voor mij. Die middag ondekten we twee mannetjesleeuwen op een paar minuutjes van het kamp. Een jonge, sterke leeuw met mooie manen en een oudere leeuw met een een karaktervolle kop, maar hij leek wat ademhalingsmoeilijkheden te hebben en zag er verder ook niet al te gezond uit. Het was voor mij de eerste keer dat ik een leeuw zag hier.

Terwijl we wat napraatten na het diner, vroeg Shaun of ik mee op zoek wilde gaan naar de leeuw die we net hoorden brullen. Hij was in de buurt. Definitly. Carl, Holly, nog een koppel en hun zoon, Shaun en ik. Elcke zou bij de kinderen blijven. We waren nog geen 10 minuten onderweg of daar was hij al. 


Hij lag in het midden van de weg en leek niet in het minst geïntimeerd toen wij eraan kwamen rijden, ik daarentegen... Af en toe deden we al het licht uit en hoewel dat prachtig is met enkel de sterren en de geluiden van de nachtelijke bush, werd ik na een tijdje toch een beetje zenuwachtig. Lag die leeuw daar nog steeds? Of stond die nu op enkele centimeters van de auto? Het bleek steeds het eerste te zijn, maar toch... Je weet het nooit hier. En 's nachts rijden is iets heel anders dan overdag, dat werd me al snel duidelijk.
Na enkele foto's had hij genoeg van het poseren en vertrok hij. Wij gingen dan maar op zoek naar de dode krokodil, want die zou volgens Shaun zeker bezoekers lokken. Niet veel later zagen we die plots voorbij drijven. Om de één of andere reden was die blijkbaar op drift geraakt en het was dus echt toeval dat we hem zagen voorbij drijven. Shaun haastte zich verder omdat hij hoopte dat hij ergens zou aanspoelen of misschien kon hij hem zelfs wel aan land trekken. Jep, sure! In een rivier stappen waar je zo op het eerste zicht al vier nijlpaarden en dito krokodillen in ziet zwemmen. Toen we wat verder met de auto tot net aan de oever gereden waren, kwam de krokodil de hoek om gedreven. Het bleek echt een enorme krokodil, misschien wel de grootste die ik ooit zag. Iedereen helemaal opgewonden en wijzen en in overdrive tot plots een nijlpaard uit het water komt gevlogen en de krokodil op de oever smakt. Stilte. En toen kwam de overdrive in het kwadraat. What did just happen?!? Did anyone film that? Oh my God! En meer van dat. Het nijlpaard zag snel in dat hij zich had aangesteld en zijn prooi al behoorlijk dood was, dus hij droop even snel af als hij de aanval ingezet had. Ongelofelijk. De natuur op zijn best.

Toen we goed en wel hersteld waren van alle emoties, besloot Shaun om opnieuw op zoek te gaan naar de leeuw. Die hoorden we nog steeds af en toe brullen op zoek naar zijn maatje. Al snel kwamen we hem weer op het spoor. Hij was op wandel en we wandelden een stukje mee tot hij besloot dat hij er genoeg van had en een pad koos waar we met de auto niet echt konden volgen. Dan maar weer checken of de krokodil, die nu dus op de oever lag, al bezoekers had gelokt. 



Dat bleek het geval. De oude leeuw met de karaktervolle kop. Hij kon zijn fittere broer duidelijk niet volgen en besloot dan maar op de heerlijke geur van dode krokodil af te gaan. Het duurde even voor hij het karkas vond, maar toen hij dat eindelijk deed, begon hij meteen te smullen. Het zag er niet echt smakelijk uit en het rook vooral niet smakelijk, maar dat leek hem alvast niet te deren. Ik daarentegen moest echt mijn best doen om niet te kokhalzen.


Na enkele uren rondrijden en na het zakken van de adrenaline waren we allemaal doodmoe (behalve Shaun die ons dan maar watjes vindt) en besloten we huiswaarts te keren. Uiteindelijk was twee uur een mooi uur en zeker als je weet dat je ritme hier mee met de zon gaat... Om zeven uur ben je dus wakker en om half zeven 's avonds start het geeuwen. 
Terwijl ik naar huis wandelde van Shaun en Elcke's huis hoorde ik hyena's en zag ik boven mij nog steeds duizenden sterren. Af en toe viel er één. Een avond die start en eindigt met vallende sterren... What more could you wish for?