vrijdag 28 februari 2014

Drie maanden...

Drie maanden. Meer dan drie maanden geleden was er dat telefoontje dat alles veranderde. Drie maand geleden verdween mijn broer. Zomaar, plots, zonder enige aanleiding. Nog steeds kan ik het niet helemaal vatten. Logisch ook want we hebben geen flauw benul van wat er precies gebeurd is. Nog steeds niet. Het blijft verschrikkelijk onwezenlijk...
En ondertussen gaat de tijd verder. Je probeert mee te volgen en soms lukt dat, af en toe helemaal niet. En altijd is er het besef dat niets ooit nog zal zijn zoals het was...

Het is gek om te merken hoe je in een overlevingsmechanisme schiet, waardoor je het grootste deel van de tijd niet eens schijnt te beseffen dat hij weg is, dat hij misschien niet meer leeft. Ik hoor mezelf vaak iets vertellen over mijn broer en bedenk me dan dat het precies over iemand anders gaat. De emotie voel ik dan niet. En dat is nodig. Nodig om te kunnen gaan werken, om naar de winkel te kunnen, om te kunnen fietsen. Gewoon nodig om te kunnen leven. Om te overleven...

Ik ben ondertussen verhuisd en gelukkig heb ik gemerkt dat mijn broer meegekomen is met alle dozen. De herinneringen zijn er nog. Ik heb heel wat afdankertjes van hem (een lamp, houten latjes om te verduisteren, een handdoekhanger en een handdoek, een salontafel, enz.). Voordien twijfelde ik wat ik zou wegdoen en wat niet, want er zit best wel wat rommel tussen. Nu zijn die afdankertjes echter plots van onschatbare waarde en heb ik niet getwijfeld: alles ging mee en alles krijgt een plekje, zodat mijn broer ook een beetje hier is.
Ik zit hier goed. Een gezellig huis, weer in de stad, twee geweldige vrienden die ervoor zorgden dat het vanaf dag één een thuis werd en dat is wel anders geweest... En ook weer werken, op skivakantie gaan, een nieuwe bibliotheek ontdekken, gaan ontbijten, op Fil en Senna passen of gewoon weer eens lachen... Kortom, dagdagelijkse dingen doen me eigenlijk vaak goed. Het geeft die broodnodige lucht om verder te kunnen.


Want soms is dat besef er plots wel weer in alle hevigheid en voel je de emotie als een klap in je gezicht. Het overvalt je op de fiets, tijdens een gesprekje met vrienden, een toneelavond of gewoon thuis in de douche... En dan weet ik het even niet meer. Dan voelt het alsof ik niet meer kan ademen en prikken er tranen in mijn ogen. Dan wil ik maar één ding en dat is mijn broer...