woensdag 24 december 2014

Met of zonder schmink...

Vijf maand geleden dat ik hier de laatste keer iets schreef. Het bleef stil om allerlei redenen, maar vooral om dezelfde reden die ik eerder al eens beschreef (zie mooi).
Afgelopen weekend was ik op de boekvoorstelling van een vriend. Hij heeft ook een blog en ik weet niet of hij het weet, maar hij was ooit, lang geleden, mijn duwtje in de rug om deze blog te starten. En zonder die intentie was hij dat nu opnieuw.
Want ja, het is nog steeds lastig en ja, ik mis mijn broer nog steeds. Daar sta ik nog steeds elke dag mee op en ik ga er ook elke dag weer mee slapen. Zeker op dagen zoals vandaag. Dan wou ik dat hij en zijn bulderende lach hier mee aan tafel konden zitten. Dat we weer konden lachen met zijn 'ik-verzin-ter-plekke-wel-een-nieuwjaarsbrief' of dat hij nog eens tevergeefs zou proberen mij dronken te krijgen... Ja, ik mis hem meer dan ik kan zeggen.
Maar ik mis het schrijven ook. Mijn uitlaatklep. Dus ik schrijf en denk aan mijn broer zodat hij er ook nu een beetje bij is. Waar ik ook over schrijf...


Het duwtje in mijn rug dus, de boekvoorstelling afgelopen zondag. Ik keek er tegenop om te gaan. Zoals steeds probeerde ik mezelf ervan te overtuigen dat het beter was als ik gewoon thuis zou blijven. Ik zou me toch niet amuseren. Niemand zou me missen. Het zou toch maar lastig zijn en dan hadden anderen niets aan mij. Deze keer kreeg ik mezelf niet overtuigd. Integendeel. Ik was streng voor mezelf, belde een hulplijn (die eveneens niet op de hoogte was van die functie) en besliste om iets te doen wat ik al langer dan een jaar niet meer gedaan had. Ik deed mijn best mijn om er goed uit te zien: een kleedje, hakken en jawel... een beetje stiekeme schmink. Volgens Wikipedia 'een stof die men gebruikt om zichzelf er anders uit te laten zien dan men is'. Voor deze ene keer vond ik dat prima.

Ik trok mijn stoute hakken aan en even later stapte ik een afgeladen vol café binnen met een piepklein hartje en vol overgave op de uitkijk naar bekend volk dat even als veilige haven kon dienen.

De avond is prima verlopen. Ik ben zelfs lang gebleven en heb me niet verplicht gevoeld om dat te doen. Het heeft me goed gedaan. Ik heb me er 'op mijn plek' gevoeld. En dat is tegenwoordig heel wat. Het heeft me vooral ook moed en zin gegeven om weer te gaan schrijven. Zo'n boek, dat wilde ik stiekem ook wel. Toen een andere vriend me vroeg wanneer mijn boek eraan kwam, was ik blij dat de schmink er was. Undercover kon ik best enthousiast zijn over schrijven, maar geloven dat ik echt ook ooit een boek zou kunnen schrijven.... Zo ver was ik nog niet.

Ik kon zijn boek niet mee naar huis nemen. Er waren er te weinig geleverd, maar hij beloofde iedereen plechtig dat hij ze eigenhandig aan huis zou komen leveren. En dat deed hij. Twee dagen later ging de bel.
'De postbode met een pakje voor Sofie Leemans.'
Toen vandaag de bel opnieuw ging en identiek dezelfde boodschap door de parlofoon klonk, antwoordde ik dus meteen enthousiast 'weeral?', waarop een droge 'ja...' volgde en ik nieuwsgierig en vrolijk de trap af denderde. Nog een boek?
Dit keer was het echter écht de postbode. Hij had gewoon plagiaat gepleegd en mij (eveneens zonder daarvan op de hoogte te zijn) erin geluisd. Hij vroeg me te tekenen en keek me een beetje argwanend aan. Zou ik al dronken zijn zo vroeg op de dag? En het was nog niet eens kerstmis.
Ik kon het niet laten en schoot in de lach terwijl ik een scheve handtekening neerpende en het pakje van hem aannam. Toen ik al lachend weer naar boven wandelde, bedacht ik me dat het hoog tijd was om weer te gaan schrijven. Want met of zonder schmink, schrijven, dat is definitely iets van mij!

donderdag 24 juli 2014

Ik mis je, broer...

De afgelopen weken ben ik een beetje gaan lopen. Letterlijk, maar achteraf gezien ook figuurlijk. Ik trok naar Malaga, Lissabon, Genève en Venetië. Steeds korte citytripjes, er even tussenuit. Soms alleen, soms niet. En dat alles in de wetenschap dat mijn broer grote fan was van citytrips, reizen, genieten, leven... 

Ik besliste hetzelfde te doen: maximaal leven, alles eruit halen! Dat ging zelfs een keer meer dan maximaal, want in Lissabon bleek onze vlucht gecanceld en konden we dus pas een dag later naar huis vliegen. Ach ja...
Volop genieten dat deed ik! Van de zon, lekker eten, fijne bezigheden en leuk gezelschap. Ik denk zelfs dat ik zo vastbesloten was, dat ik pas later merkte dat ik eigenlijk lang niet altijd zo genoot. Ik legde het mezelf vooral op. Als een soort mantra in mijn hoofd om het verdriet niet te voelen. Ik mòest genieten, verder gaan, er niet aan denken... 

Geregeld ging het echter anders. En dat kon ik maar moeilijk aan mezelf toegeven. Of aan mijn compagnon als die erbij was. Ik ben namelijk een krak in doen alsof alles prima is. Eén van mijn specialiteiten... Maar geregeld betrapte ik mezelf erop dat ik ergens rond liep als een volbloed toerist, terwijl ik eigenlijk veel liever simpelweg een aflevering van 'Borgen' wilde kijken in de zetel van het appartementje daar. Maar ja, dat kan je natuurlijk niet maken...


Behalve in Genève. Daar kon ik dat wel. Ik bezocht een vriend, wiens energiepeil ook op een historisch dieptepunt stond. Goede match. Wat uitslapen, voetbal kijken (ja echt, geleerd in Genève en nadien overtuigde 'Duivelssupporter' geworden!), ontbijten om twee uur middags op het strand, een 'pizza-picknick' aan de rand van het meer en enkele cocktails did the trick. Dat had ik nodig. Rust, gewoon niks doen. En liefst niet alleen, maar met iemand in de buurt.

Een mens doet echter soms gekke dingen als hij de weg kwijt is... In de 'rustroes' die ik in Genève gevonden had, belandde ik plots in een nogal gevaarlijke situatie toen mijn vriend ginder aan het werk was. Voor ik het goed en wel doorhad, zat ik met een drankje in de living van een onbekende Fransman. Alleen en niemand wist waar ik was. Met inbegrip van mezelf... Toen het tot me doordrong in wat voor een situatie ik me bevond, ben ik ook meteen weg gegaan. Gelukkig ging dat zonder problemen, maar het bleek wel een beetje een wake-up call. Mijn vriend reageerde heel ongerust (terecht!) en ik was er zelf ook niet goed van. In tranen ben ik weer naar huis vertrokken.
Eigenlijk was de balans simpelweg doorgeslagen. Geen drempels of grenzen meer. Geen radar voor gevaar. Gewoon impulsief doen waar je zin in hebt. Al hadden de tranen ook wel te maken met de wetenschap dat ik weer naar de realiteit moest, terwijl ik gewoon daar wilde blijven. In Genève, waar ik alles even echt had kunnen lossen...

Acht maanden verder en ik weet nog steeds niet wat er met mijn broer gebeurd is. De paar uren die je normaal gesproken nodig hebt om te beseffen dat iemand die je graag ziet niet meer leeft, duren bij ons al acht maanden. Je zou van minder de weg kwijt raken... Een rouwproces kan je niet starten, want je weet nog steeds niet of hij echt dood is. Er is geen lichaam, geen verhaal, geen afscheid. Het enige waar ik wel over kan rouwen is de wetenschap dat niets nog ooit zal zijn zoals het was. Want dat is meer dan duidelijk.
Het grote verdriet voor mijn broer, die hoogstwaarschijnlijk gestorven is, voel ik nu pas af en toe. Dan overspoelt het mij in alle hevigheid. Zo ook op het werk vorige week. Heel lastig, maar ook dat is de realiteit. Gelukkig heb ik fijne collega's met overschot aan begrip... Dat scheelt.

Nu zit ik thuis en dat is ok. Ik ben vaak alleen en heel veel heb ik nog niet ondernomen, maar ook dat is ok. Wat ik wel doe gaat meestal prima en ik kan best nog wel lachen of genieten van iets. En ja, soms zijn er enkel donkere wolken in mijn hoofd en regent het uit mijn ogen... Dan mis ik hem plots zo erg dat het pijn doet. Ook dat is ok.
Ik ben nog steeds slecht in vertellen dat het niet zo goed gaat met mij. Dit is dan mijn manier. Ook hulp vragen heb ik nog niet helemaal onder de knie. Maar af en toe lukt het al wel een keer. En dat is goed. Een klein stapje verder. 
Ik voel me wel geregeld heel erg alleen en mensen zeggen dan: 'Geef maar een seintje als ik iets kan doen.'. Heel lief, maar laat het nu net datgene zijn wat dan zo moeilijk is. Je wil wel, maar die stap is vaak net nog te groot.
Ook 'sterkte' kreeg ik vaak te horen. Terwijl ik eigenlijk net niet meer sterk wil zijn. Ik merk bij mezelf dat ik tegen andere mensen nooit meer 'sterkte' zeg als hen iets overkomen is. Omdat ik hen net toewens dat ze verdrietig kunnen zijn, dat ze het moeilijk mogen hebben, dat er mensen rondom hen zijn die sterk zijn om hen op te vangen. En dat ze op een 'weglooptripje' ergens ver weg gewoon naar 'Borgen' durven kijken omdat dat helemaal ok is...

dinsdag 24 juni 2014

Dancing the cha-cha...

Een tijdje terug kreeg ik een brief in de bus met een uitnodiging voor 'Café Memoriam'. In eerste instantie belandde de brief ongeopend op mijn bureau bij de geboortekaartjes, trouwuitnodigingen en andere feestjes. De laatste maanden heb ik het namelijk nogal lastig met sociale aangelegenheden. Gek misschien, want doorgaans durf ik stellen dat ik toch betrekkelijk sociaal ben. Het is ook niet dat ik geen zin heb om iets te doen, ik geraak er gewoon vaak niet. De energie ontbreekt of ik krijg mezelf gewoon niet zover. En soms beloof ik oprecht en met zin ergens te zijn en uiteindelijk lukt het me dan toch niet. Wat als iemand die ik niet ken gewoon vraagt of ik broers en zussen heb? Wat als er plots tranen zouden komen? Wat als ik naar huis wil, kan dat dan? Wat als ik de controle verlies? Wat als er vragen komen? Wat als niemand iets vraagt?
Zucht...
Lastig dus. Maar ik doe mijn best, elke dag opnieuw. Ik spreek wel dingen af en zet 'sociale stapjes'. Akkoord, soms ook weer even achteruit, maar dat doen ze in de cha-cha ook...

Café Memoriam dus! Nieuwsgierig ben ik wel, dus niet veel later opende ik de brief en haalde er een mooi kaartje uit. Een uitnodiging voor een café vol herinneringen. Een café waar een vriendin van mij zou zingen voor haar papa die vorig jaar overleed. Door omstandigheden heeft ze eigenlijk niet echt afscheid van hem kunnen nemen. Niet voor hij stierf, maar ook niet met een mooi ritueel na zijn dood. En nog minder kon ze dit delen met alle mensen die haar dierbaar zijn. En daarom besloot ze dat alsnog te doen. Een jaar later in de vorm van 'Café Memoriam'.

Mooi vond ik dat. En moedig. En ondanks mijn huidige sociale fobie, wilde ik dit voor geen geld missen. Dergelijke initiatieven vind ik zo waardevol. Je eigen invulling geven aan die dingen die er voor jou echt toe doen. Want nee, niet alles en iedereen past in het plaatje dat onze maatschappij zo vlijtig uittekende.
Vriendin R is bijzonder getalenteerd. Dat wist ik al. Haar kijk op de wereld is ronduit verfrissend en zij is één van mijn grote voorbeelden. En dus reed ik enkele weken geleden met een andere vriendin door de velden en net toen we dachten dat de GPS toch wel echt met onze voeten aan het rammelen was (of we misschien per ongeluk 'met de fiets' ingegeven hadden), zagen we ons eindpunt: een prachtig decor voor wat een ontroerend, betoverende avond zou worden.


Vriendin R. zag er niet alleen prachtig uit, ze zong ook prachtig. En hoewel ze toch een tikje zenuwachtig achter de microfoon stond, was daar niets van te merken toen ze inzette. En ik was meteen verkocht! Ik slaagde er redelijk in mijn tranen te beperken, maar toen ze bij het voorlaatste liedje aankondigde dat ze dat aan mij opdroeg omdat ik mijn broer moet missen, lukte dat niet meer. Tranen rolden over mijn wangen. Ook bij haar zag ik ontroering en ik bedacht me toen dat het net dat was wat maakte dat de tranen deze keer (en eigenlijk wel vaak) helemaal ok voelden. Mensen die oprecht meeleven en meevoelen. Die je de tijd en ruimte geven die je nodig hebt. Tijd en ruimte waar ik zelf soms niet om durf vragen. En net daar gaat het over. Tijd krijgen om niet enkel vooruit te gaan, maar om gewoon een beetje de cha-cha te dansen...


zaterdag 3 mei 2014

Mooi...

Hoe doe je dat op een dag weer over 'gewone dingen' praten? Ik wil graag weer eens gewoon schrijven. Over zomaar iets kleins. Maar het is verdekke moeilijk. Er is steeds dat schuldgevoel. Het niet in balans zijn van de dingen. Want hoe kan je over dagdagelijkse, banale dingen schrijven als er in grote letters op de muren van je hoofd 'JELLE' geschreven staat? Ik ben heel erg op zoek naar die balans. Naar een evenwicht tussen verdriet en verder gaan. Het is niet het ene of het andere. Ik heb beide nodig. Zonder verdriet en daarover schrijven en spreken kan ik niet verder. En als ik niet verder ga, hoe kan ik dan leven?

Die evenwichtsoefening is moeilijk en heel precair. Bij het minste zuchtje wind val ik om. Want wat mijn hoofd eigenlijk wil is weglopen. Hard werken en bezig zijn, niet stilstaan. Toch dwing ik mezelf om dat laatste te doen. Het gaat dag per dag, met ups en downs en dat is ok. En het zijn dan die kleine dingetjes die maken dat het een goeie of een slechte dag was.

Mijn zus is hoogzwanger en zag de laatste tijd nogal af. Stappen lukte amper en altijd was er pijn. Woensdag moest ze geopereerd worden en ik dacht dat de bevalling daardoor wel op gang zou komen. Of alleszins zou het er niet beter op worden. Maar plots kreeg ik telefoon van haar: 'Of ik niet mee naar het verjaardagsfeestje van ons nichtje zou gaan?'. Zo kan het dus ook... Tuurlijk!
En dus stond ik even later met een stuk taart in mijn hand te kijken naar een bende uitgelaten kinderen op de trampoline. Mijn nichtjes feest had een thema, namelijk 'mooi'. Iedereen moest een parel meenemen en haar een opdracht geven over wat 'mooi' is voor jou. Als ze de opdracht gedaan had, mocht ze de parel aan haar ketting rijgen. Mooi vond ik dat. Zo liet mijn zus haar vijf mooie babynamen verzinnen en werd mijn opdracht om een mooi verhaaltje te schrijven. Ook wij kregen allemaal iets moois:


Gelukkig had ik die dag wel eens mijn best gedaan, want de laatste tijd is mijn jogging veruit favoriet. Het deed me goed. Bij familie zijn. En ja ik sta nog wankel op mijn benen in dat evenwicht. Dan betrap ik mezelf erop dat ik wel dicht bij mijn zus blijf. Een veilige haven. Ik voel bij haar ook de zoektocht naar een evenwicht in dat verdriet en het verder moeten en willen. Voor het kind in haar buik en de twee andere bengels die er al rond lopen.


En kleine dingen kunnen dan best mooi zijn. Een klein kaartje. Een telefoontje. Of een 'ballonmopje' van mijn neef... 'Best moedig' dacht ik toen. Spreken over mooie dingen of een lachende foto op je blog zetten. Die lach is voor jou, broer. Omdat je zelf zo mooi was en omdat het allermooiste jouw lach was...

donderdag 3 april 2014

"Leef Sofie, doe maar..."

Het is lang geleden dat ik nog schreef. Zelfs lang geleden dat ik hier gewoon nog eens kwam kijken. Het is niet dat ik niet meer graag schrijf of dat ik dat niet meer wil delen. Noch dat ik in een zware depressie zit of dat alles prima en goed gaat en ik vrolijk met vanalles bezig ben. Al doe ik wel mijn best om mezelf en de rest van de wereld dat laatste wijs te maken...

Ik heb me in het werk gestort. Lange dagen en veel overuren. Hier in huis geschilderd alsof mijn leven ervan af hing. En misschien was dat ook wel een beetje zo. Ik ging aan zo'n tempo dat het leek alsof alles ok en onder controle was. Alsof ik wilde bewijzen dat ik echt mijn best deed om verder te gaan. Want we zijn ondertussen al meer dan vier maand verder. Vier maand. Ik merk meer en meer dat mensen er niets meer over vragen. Wat kunnen ze ook vragen?
Geen nieuws? 
Nee...
Het lijkt en voelt alsof van mij verwacht wordt dat ik weer gewoon mee draai in onze maatschappij. En pas op, dat wil ik ook. Echt. Ik wil lachen en van het leven genieten. Mijn grote voorbeeld bij uitstek hierin was mijn broer. Hij was hét uithangbord voor 'leven'. Als zoiets al zou bestaan... Ik ga dus squashen, boek citytrips, twijfel niet tussen twee rokjes, maar koop ze gewoon allebei, geniet van een glas Baileys en gun mezelf Ben&Jerry's ijs... Omdat ik hem steeds in mijn oor hoor fluisteren: 'Leef Sofie, doe maar...' Je weet nooit wat morgen komt...


Mijn omgeving had dus geen enkele reden om te vermoeden dat het niet goed gaat met mij. En pas op, het gaat ook niet slecht gezien de omstandigheden. Maar weet je wat? Elke keer als iemand me verteld dat ze vaak aan mijn broer denken, dan doet dat me zo goed. Want het lijkt dikwijls alsof deze wereld hem al vergeten is. En dat is moeilijk. Ik doe mijn uiterste best om hem levend te houden, bewust en onbewust in mijn eigen huidige levensstijl en dat is een troost. Want soms voel ik zelfs helemaal niets en dan voel ik me zo schuldig. Ik weet dat het een overlevingsmechanisme van mijn brein is, maar toch... Dan aan mijn broer denken en aan wat hij zou zeggen is helend en troostend.

Het doet me goed erover te praten, ook al is het maar heel kort. Het doet goed om te horen dat anderen aan hem denken, zelfs al kennen ze hem niet. Het doet me goed om te leven, als hij maar niet vergeten wordt. De wereld mag doordraaien, moet dat zelfs, maar ik wil hem zo graag mee hebben, op welke manier dan ook... Dus vraag gerust, laat iets weten, spreek mij aan, zeg wat je denkt. Je hoeft niet bang te zijn om iets mis te zeggen. Alles is goed. Want alleen als hij mee is, hoe dan ook, kan ik leven...

vrijdag 28 februari 2014

Drie maanden...

Drie maanden. Meer dan drie maanden geleden was er dat telefoontje dat alles veranderde. Drie maand geleden verdween mijn broer. Zomaar, plots, zonder enige aanleiding. Nog steeds kan ik het niet helemaal vatten. Logisch ook want we hebben geen flauw benul van wat er precies gebeurd is. Nog steeds niet. Het blijft verschrikkelijk onwezenlijk...
En ondertussen gaat de tijd verder. Je probeert mee te volgen en soms lukt dat, af en toe helemaal niet. En altijd is er het besef dat niets ooit nog zal zijn zoals het was...

Het is gek om te merken hoe je in een overlevingsmechanisme schiet, waardoor je het grootste deel van de tijd niet eens schijnt te beseffen dat hij weg is, dat hij misschien niet meer leeft. Ik hoor mezelf vaak iets vertellen over mijn broer en bedenk me dan dat het precies over iemand anders gaat. De emotie voel ik dan niet. En dat is nodig. Nodig om te kunnen gaan werken, om naar de winkel te kunnen, om te kunnen fietsen. Gewoon nodig om te kunnen leven. Om te overleven...

Ik ben ondertussen verhuisd en gelukkig heb ik gemerkt dat mijn broer meegekomen is met alle dozen. De herinneringen zijn er nog. Ik heb heel wat afdankertjes van hem (een lamp, houten latjes om te verduisteren, een handdoekhanger en een handdoek, een salontafel, enz.). Voordien twijfelde ik wat ik zou wegdoen en wat niet, want er zit best wel wat rommel tussen. Nu zijn die afdankertjes echter plots van onschatbare waarde en heb ik niet getwijfeld: alles ging mee en alles krijgt een plekje, zodat mijn broer ook een beetje hier is.
Ik zit hier goed. Een gezellig huis, weer in de stad, twee geweldige vrienden die ervoor zorgden dat het vanaf dag één een thuis werd en dat is wel anders geweest... En ook weer werken, op skivakantie gaan, een nieuwe bibliotheek ontdekken, gaan ontbijten, op Fil en Senna passen of gewoon weer eens lachen... Kortom, dagdagelijkse dingen doen me eigenlijk vaak goed. Het geeft die broodnodige lucht om verder te kunnen.


Want soms is dat besef er plots wel weer in alle hevigheid en voel je de emotie als een klap in je gezicht. Het overvalt je op de fiets, tijdens een gesprekje met vrienden, een toneelavond of gewoon thuis in de douche... En dan weet ik het even niet meer. Dan voelt het alsof ik niet meer kan ademen en prikken er tranen in mijn ogen. Dan wil ik maar één ding en dat is mijn broer...