Afgelopen weekend was ik op de boekvoorstelling van een vriend. Hij heeft ook een blog en ik weet niet of hij het weet, maar hij was ooit, lang geleden, mijn duwtje in de rug om deze blog te starten. En zonder die intentie was hij dat nu opnieuw.
Want ja, het is nog steeds lastig en ja, ik mis mijn broer nog steeds. Daar sta ik nog steeds elke dag mee op en ik ga er ook elke dag weer mee slapen. Zeker op dagen zoals vandaag. Dan wou ik dat hij en zijn bulderende lach hier mee aan tafel konden zitten. Dat we weer konden lachen met zijn 'ik-verzin-ter-plekke-wel-een-nieuwjaarsbrief' of dat hij nog eens tevergeefs zou proberen mij dronken te krijgen... Ja, ik mis hem meer dan ik kan zeggen.
Maar ik mis het schrijven ook. Mijn uitlaatklep. Dus ik schrijf en denk aan mijn broer zodat hij er ook nu een beetje bij is. Waar ik ook over schrijf...
Ik trok mijn stoute hakken aan en even later stapte ik een afgeladen vol café binnen met een piepklein hartje en vol overgave op de uitkijk naar bekend volk dat even als veilige haven kon dienen.
De avond is prima verlopen. Ik ben zelfs lang gebleven en heb me niet verplicht gevoeld om dat te doen. Het heeft me goed gedaan. Ik heb me er 'op mijn plek' gevoeld. En dat is tegenwoordig heel wat. Het heeft me vooral ook moed en zin gegeven om weer te gaan schrijven. Zo'n boek, dat wilde ik stiekem ook wel. Toen een andere vriend me vroeg wanneer mijn boek eraan kwam, was ik blij dat de schmink er was. Undercover kon ik best enthousiast zijn over schrijven, maar geloven dat ik echt ook ooit een boek zou kunnen schrijven.... Zo ver was ik nog niet.
Ik kon zijn boek niet mee naar huis nemen. Er waren er te weinig geleverd, maar hij beloofde iedereen plechtig dat hij ze eigenhandig aan huis zou komen leveren. En dat deed hij. Twee dagen later ging de bel.
'De postbode met een pakje voor Sofie Leemans.'
Toen vandaag de bel opnieuw ging en identiek dezelfde boodschap door de parlofoon klonk, antwoordde ik dus meteen enthousiast 'weeral?', waarop een droge 'ja...' volgde en ik nieuwsgierig en vrolijk de trap af denderde. Nog een boek?
Dit keer was het echter écht de postbode. Hij had gewoon plagiaat gepleegd en mij (eveneens zonder daarvan op de hoogte te zijn) erin geluisd. Hij vroeg me te tekenen en keek me een beetje argwanend aan. Zou ik al dronken zijn zo vroeg op de dag? En het was nog niet eens kerstmis.
Ik kon het niet laten en schoot in de lach terwijl ik een scheve handtekening neerpende en het pakje van hem aannam. Toen ik al lachend weer naar boven wandelde, bedacht ik me dat het hoog tijd was om weer te gaan schrijven. Want met of zonder schmink, schrijven, dat is definitely iets van mij!