woensdag 2 mei 2012

The Red Star Line...

Dit weekend stond ik sinds lang weer eens op de spreekwoordelijke planken. Een beetje tenminste... Ik was eigenlijk meer een verteller, maar werd doorgaans toch benoemd als 'acteur'. Ach, what's in a name? Het was een ervaring! Zonder al te veel (lees: één of misschien beter een halve) repetities sprak ik om zaterdag 11 uur af met Suzanne, mijn compagnon on scene. Ik had haar voordien nog nooit gezien. Speciaal dus wel! Ongeveer twee weken voordien hadden we een tekst doorgestuurd gekregen van twee A4-tjes. Een monoloog die we om de beurt aan een groep wandelaars mochten vertellen. Niet evident om van buiten te blokken, toch zeker niet als je dat niet echt gewoon bent. Mijn tegenspeler (in dit geval eerder medespeler) was een rasechte actrice en voor haar waren twee A4-tjes ongetwijfeld een lachertje.

De bedoeling was dat mensen startten in het Centraal Station. Daar kregen ze een plannetje en de boodschap dat ze onderweg enkele mensen zouden tegen komen. Die mensen vertelden hen allemaal een verhaal recht uit de beklijvende geschiedenis van de Red Star Line.

Na een twee uur durende tocht (die in werkelijkheid zelfs wat langer bleek), kwamen de reizigers aan op de kaai, waar tientallen meters aan elkaar geknoopte zakdoeken de imaginire pasagiers en boten uitwuifden. Daar waar jaren geleden duizenden mensen de boot op stapten richting Amerika.

Ik mocht een verhaal vertellen over de kleine Sarah. Een droevig verhaal. Sommige mensen bleken er oprecht van aangedaan. En dat is wel (hoe ongepast dat ook klinkt) een fijn gevoel... Dat je mensen kan raken met een verhaal...

Mijn allereerste 'vertelling' was ik best zenuwachtig. Om te beginnen stormde tijdens de enige echte 'generale' repetitie (mag je dat zeggen als er maar één was?) een oude man al roepend onze 'scene' binnen. Er was iemand aan het inbreken in het huis aan de linker kant. Dat was eveneens van hen, maar stond leeg. Je vraagt je dan toch af, waarom iemand in godsnaam inbreekt in een huis dat leeg staat... De zoon des huizes vloog meteen naar buiten om de snodaard te grijpen en nog vijf minuten later stond de politie met loeiende sirenes op de stoep. Wij stonden wat beteuterd te kijken naar wat er allemaal aan de gang was. Het was in plaats van een 'scene' een echte 'crime scene' geworden! We voelden ons een beetje zelf in een soort toneelstuk en hoopten alleen maar dat de commotie gedaan zou zijn voor de eerste groep arriveerde.
Ten tweede stelde ik me in stilte enkele vragen... Zou ik mijn tekst niet vergeten? Zouden ze het snappen? En nog belangrijker, zouden ze het goed vinden? En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, als klap op de vuurpijl zat mijn moeder meteen in die eerste groep. Ik probeerde de hele tijd haar blik te vermijden, want elke keer dat ik haar kant uit keek, was ik mijn tekst kwijt. Ik denk niet dat iemand dat gemerkt heeft, want mijn verhaal kon gelukkig wel wat stiltes én improvisaties verdragen...

En dus was ik heel tevreden toen ik in de late namiddag met mijn tegenspeler en de zoon des huizes jenga zat te spelen op een stoeltje in de zon, midden in de Olijftakstraat... En dan komt meteen het oude gevoel terug: mijn god ik hou van Antwerpen!