maandag 21 november 2016

Drie jaar...

Tijd gaat snel. Drie jaar intussen en nog steeds geen spoor van jou. De logica zegt dat je er niet meer bent, maar niet alles werkt volgens de wetten van de logica. Dit al helemaal niet want het is zo onlogisch als iets maar kan zijn. Mensen horen niet zomaar uit je leven te verdwijnen. Daar is niets logisch aan.
Nu en dan zie ik je ergens. Het tart alle wetten van die logica, dat weet ik, maar toch zie ik je. In een auto die voorbij rijdt (meestal een witte) of in een mensenmenigte. Of dan hoor ik je stem. Soms enkel je bulderende lach ergens ver weg, maar soms hoor ik je even goed fluisteren in mijn oor. Vooral wanneer ik het lastig heb of me onzeker voel. Zoals vandaag.


Er is zoveel gebeurd sinds je weg reed in je witte Audi die morgen. Je hebt Lola nooit gekend. Eveline en Jens ook niet. Je weet niet dat ik verhuisd ben en wat later de wijde wereld in trok. Je hebt geen idee dat Lien en Bert hun huis verkochten en een nieuw project startten. Dat papa eindelijk in zijn huis is gaan wonen, al is het nog niet helemaal af (zal het dat ooit wel zijn?). Je weet niet dat mama's huis vol foto's van je hangt en dat er steeds een kaarsje voor je brandt. En gelukkig zal je nooit weten hoeveel verdriet en pijn je achterliet. Je hebt geen idee dat je onze levens voor altijd veranderde. En gelukkig ook niet dat dat idee me zo verdrietig en soms zelfs kwaad maakt.

Waarschijnlijk zal je altijd 27 blijven. Mijn kleine broertje die overliep van levenslust en al eens graag grenzen opzocht. Altijd lachend en energiek en steeds weer met nieuwe plannen. Stil zitten was niets voor jou, je leefde het leven op het scherpst van de snee. Een beetje te scherp zo bleek.
Maar lieve broer, weet alvast dat ik niet enkel verdrietig en boos ben. Dat ik ook dankbaar en blij ben voor 27 jaren vol herinneringen. De nep veiligheidscamera op je kamer die de kuisvrouw deed zweten wanneer jouw kamer aan de beurt was, de uren dat je onder de salontafel doorbracht met de kat of die dag dat je per ongeluk een duif neerschoot en wij met z'n alleen een heuse begrafenis moesten houden.

Je had ook overal een eigen mening over. Je hebt me vaak gezegd dat ik iets anders moest gaan doen. Je vond psycholoog niks voor mij. Veel te serieus. En toen je me ophaalde van het vliegveld na mijn half jaar Finland meer dan tien jaar geleden en ik je vertelde dat ik daar zo gelukkig was geweest, zei je dat ik dan op een dag misschien maar langer moest gaan reizen. Want je moest doen wat je gelukkig maakte en altijd gaan voor je dromen. Dat zou jij ook doen, zei je. Ik moest je wel beloven altijd terug te komen. Waarom deed jij dat dan niet?

Op een dag heb ik mijn koffers gepakt, lieve broer. Ik ben de wijde wereld ingetrokken. En je had gelijk. Gaan voor je dromen en wat je gelukkig maakt is het belangrijkste wat er is. Ook al lijkt het soms onmogelijk of zegt iedereen dat het niet kan. Jij inspireerde me om alles uit het leven te halen wat erin zit. Om je eigen leven te leven. Al maakt dat me af en toe ook bang en onzeker.

Dus, lieve broer, is het ok als ik je gewoon meeneem in mijn rugzak? Eender waar ik ga? Het maakt het gewoon iets minder ondraaglijk je te moeten missen...

donderdag 26 mei 2016

Chocoladetaart met een snufje toekomst

En plots zit ik op een terrasje ergens in Europa met een tas verse muntthee en een klein stukje cake. Recht voor mij staat een kerk tussen huizen in gepuzzeld in lichte, witte steen. Bijna dezelfde kleur als de stenen van de smalle straatjes er omheen die kriskras door de stad lopen en je keer op keer doen verdwalen. Gelukkig hou ik van verdwalen. Op de trappen van de kleine kerk voor mij, zit een man met licht grijzend haar en een baard. Hij doet me aan iemand denken. Ik lach naar hem en hij lacht terug al weet hij niet dat ik in mijn hoofd naar iemand anders lach. Hij speelt op zijn gitaar en zingt.
If I lay here
If I just lay here
Would you lay with me and 
just forget the world

Woorden die ik ooit op de muur in de slaapkamer schilderde. 

Ik geniet. Van de kleine dingen. Van hier zijn. Van de zon. Van fijne gedachten die zorgen voor een permanente inwendige glimlach. De afgelopen tien maanden spelen zich als een film in mijn hoofd af. Wat ziet de wereld er anders uit nu. Groter en kleiner tegelijk. Ik heb vier continenten bezocht. Ik heb mensen van over heel de wereld leren kennen. Het lijkt alsof ik beter begrijp waar het allemaal om draait, wat belangrijk is en wat niet. Ik ben veranderd. Voor altijd. Ik doe dingen die ik vroeger nooit gedaan zou hebben of omgekeerd, sommige dingen doe ik niet meer. Ik voel me meer op mijn gemak. Overal. Alsof de wereld mijn thuis geworden is. 



Na twee en een halve maand door Afrika trekken samen met mijn lief, ben ik weer alleen op pad. Afrika en mijn lief waren fantastisch. Ik heb in een luchtballon gevlogen over één van de mooiste landschappen die ik ooit zag. Ik zag zebra's vechten, giraffen de liefde bedrijven, hoorde leeuwen in de nacht elkaar roepen en zag voor het eerst een neushoorn. Ik sliep onder de sterrenhemel op een indrukwekkende zoutpan, hielp een schildpad oversteken die uiteindelijk van schrik op mij plaste en zwom in een infinity pool met uitzicht op de ongelofelijke natuurpracht van Namibië. 
Ik wandelde op blote voeten over het strand naast pinguïns en bewaakte onze brunch tegen hongerige aapjes. Ik proefde meer dan tien verschillende wijnen, met en zonder kaas of chocolade, in een adembenemend decor en ik las een boek in de hangmat terwijl een jakhals ongeïnteresseerd voorbij trippelde. Ik zag slangen in alle kleuren en maten, vleermuizen vlogen over mijn hoofd en een uil kwam naast onze tafel zitten terwijl we avondeten aten. 




Terwijl ik dit neerschrijf, mompel ik luidop:'het lijkt wel een verhaal van Toon Tellegen... Een sprookje.'. En dat is het ook. Zo voelt het ook. Ik heb zoveel beleefd en ervaren dat ik niet meer terug kan naar wat voordien mijn leven was. Het is nu te klein, te leeg en te vol tegelijk en het werd geregeerd door angst en de valse belofte dat zekerheid het hoogste goed is en de basis voor je geluk.
Nu is er onzekerheid en soms, heel af en toe jaagt die me absoluut angst aan en slaat die met 'wat als-en' in mijn gezicht. Wat als je relatie niet standhoudt? Wat als je geen job vindt? Wat als je geld op is? Wat als...? Wel dat weet ik niet. Dat zien we dan wel weer.



Het is alsof er diep in mij iets ontwaakt is. Alsof ik weet dat er een andere toekomst voor mij open ligt, al kan ik die nu nog niet zien. Steven Spielberg zei ooit dat je toekomst zelden roept wat hij voor je in petto heeft. Hij fluistert en als je goed luistert, hoor je het misschien. Ik leer luisteren en sommige woorden of flarden hoor ik al. Maar soms is er simpelweg nog steeds teveel lawaai. Dan roept de angst tot mijn oren ervan tuiten of ben ik bang om stil te vallen.

Ik zit weer op een terrasje ergens in Europa en deze keer met een stuk chocoladetaart en een glas vers geperst appelsiensap. Ik zit hier helemaal alleen en hoor rustige Spaanse muziek door de grote open terrasdeuren naar buiten zweven. Een hondje jankt ergens verder weg en tussen de muziek door hoor ik twee mannen binnen praten en plannen. Ze volgden hun droom en begonnen een eigen koffiehuis en vegetarisch restaurant. Hoewel ik twijfelde over een vegetarische lunch stapte ik toch naar binnen. Ik was namelijk zeker dat ik van dromen hou. Van dromen die werkelijkheid worden. Van gefluister uit de toekomst. En natuurlijk van chocoladetaart.

maandag 22 februari 2016

Wachten op Godot...

Ik had nooit gedacht dat ik op een dag vrijwillig kaki en beige kleren zou gaan kopen en ze nog mooi zou vinden ook. Maar toch heb ik dat het afgelopen weekend gedaan. Zo zie je maar... Reizen doet wat met je en verandert zelfs onbenullige dingen zoals je afkeer voor bepaalde kleuren als het kleren betreft.

Ik zit momenteel in de transitzone op het vliegveld van Atlanta, klaar om met mijn kaki en beige kleren opnieuw het vliegtuig op te stappen richting Afrika. Het is een lange reis van drie dagen, maar ik heb geleerd te wachten. En ik heb zo lang uitgekeken naar dit moment, dat het nu helemaal ok is om zes uur op een vlieghaven te zitten. Ik ben onderweg en dat is meer dan de afgelopen vijf weken. 

Het is een dubbele tijd geweest hier in Panama. Ik heb prachtige dingen gezien en mooie momenten beleefd. Ik heb het koud gehad in de bergen, ben er bijna weg gewaaid, ik heb het enorm warm gehad aan de zee aan de pacific coast, ben er bijna gesmolten. Ik heb tussen haaien en schildpadden gezwommen, door scholen van meer dan duizend vissen en ik heb dolfijnen uit het water zien springen. Ik heb op hagelwitte stranden met wuivende palmbomen gewandeld en gezwommen in golven die twee keer zo groot waren als ik. Ik heb fijne ontmoetingen gehad met andere reizigers en ook af en toe met locals.


Zo zat ik op een dag al twee uur op de bus te wachten toen er een klein meisje tegen mij begon te praten. Mijn Spaans is jammer genoeg niet om over te stoefen, maar ik slaagde erin om een simpele conversatie met haar te voeren en ze vertelde me dat ze munten van over de hele wereld spaarde. Ze had er al vijf. Ik dook meteen in mijn rugzak en viste er een zakje met munten uit. Munten van Botswana, Zuid-Afrika, Thailand en Mexico. Ik vond zelfs nog een briefje van 20 bath dat ik haar ook gaf. Ze glunderde (en ik erbij) en rende meteen naar haar vader om trots haar nieuwe schatten te tonen. In één keer was haar verzameling verdubbeld. Haar vader had voordien wat verderop gitaar zitten spelen. Hij kwam me meteen uitvoerig bedanken en vroeg een beetje bezorgd of het briefje toch niet teveel waard was. Ik stelde hem gerust en complimenteerde hem met zijn gitaarspel. Hij draaide zich prompt om, ging zijn gitaar halen en begon te spelen. Van kerstliedjes tot het nationale volkslied van Panama. De zon scheen en ik lag op mijn rugzak naar de wolken te staren. Wachten was helemaal zo erg niet.


Zo was het niet altijd de afgelopen vijf weken. Ik heb vaak de dagen afgeteld en letterlijk kruisjes gezet. Wachten op water of electriciteit, op weer internet om te kunnen bellen of wachten op een bericht... 
Na drie weken samen met mijn nieuwbakken lief in Mexico, bleek het lastiger dan gedacht om weer alleen te reizen. Ik vond vooral ook van mezelf dat ik niet flauw moest zijn en alleen reizen was tenslotte altijd het plan geweest. Maar reizen doet wat met je en verandert niet alleen onbenullige dingen zoals een afkeer van kaki of beige of een plotse gsmverslaving, maar ook grote dingen. Zoals een lief. En de bijhorende voorkeur om te gaan reizen met dat lief. En alles wat daarbij komt kijken en dat is eigenlijk wel wat.

En nu ben ik onderweg. Om samen met hem verder te reizen. Mij hoor je dus niet klagen over zes uur wachten op een luchthaven. Na vijf weken is dat een peulschil. Met op de achtergrond het rustgevende geluid van een saxofoon, zit ik aan een tafeltje en schrijf ik voor de derde keer dit stukje. De derde keer want ik vergat de vorige twee keer op 'bewaar' te duwen. Maar ik ben geduldig. Als nooit voordien. Nog twee dagen. En dan mag ik weer heel lang ongeduldig zijn. Afrika, beware... Ik kom eraan!

zaterdag 23 januari 2016

Een arm die op het vliegtuig stapt...

De tijd schijnt me telkens weer in te halen. Voor ik er erg in heb, zijn we weer een maand verder. Ik zit opnieuw in het vliegtuig en deze keer is mijn bestemming Panama. Ik heb op een ontiegelijk vroeg uur afscheid genomen van Mexico en van mijn lief (klinkt nog een beetje gek, maar wel heel goed). Dat laatste was iets moeilijker. Niet dat ik Mexico geen warm hart toedraag, integendeel, maar als dat lief nu pakweg in Turkmenistan had gezeten, dan denk ik dat ik me daar ook best thuis had kunnen voelen. 

Terwijl het vliegtuig, nogal turbulent, steeds verder weg vliegt is het ook in mijn hoofd turbulent. De drie afgelopen weken vliegen in stukjes voorbij (sommige stukjes lijken op 'repeat' te staan) en doen me lachen en tegelijk bijna een traan wegpinken. Shit, ik mis hem nu al. Vreemd. Zo lang uitkijken en aftellen en voor je't weet is het voorbij en moet je opnieuw beginnen tellen. 



Het was magisch. Samen van een berg lopen tot de wind je optilt en doet zweven. Samen vliegen en dan hoger en hoger gaan tot bijna in de wolken. Mijn hoofd was daar al.
Samen landen en plots draait de wind 180 graden waardoor we razendsnel landen en mee moeten lopen, maar door het hoge gras vallen en al lachend met een mond vol gras weer recht krabbelen. Dat hebben we alvast veel gedaan. Gelachen. En nog zoveel meer... Kleine dingen. Gewoon eindelijk wakker kunnen worden en de arm naast je vastpakken in plaats van de gsm op het nachtkastje.

En nu is die gsm er plots weer en die arm is ook terug op het vliegtuig gestapt (met de rest wel te verstaan) richting thuis. En hier sta ik dan. In Panama. Geen idee wat ik nu ga doen. 
De eerste twee dagen liep ik een beetje verloren in Panama City, maar ik vermoed dat er nog voldoende adrenaline of een ander hormoon ofzo aanwezig was. Want het lukte me wel. Deze reis leerde me al dat ik nooit echt een fan bleek van de grote steden. Ik gaf mezelf dus even tijd om aan te komen en besloot om naar het noorden van Panama te trekken, naar Bocas del Toro. 

De nachtbus bleek echter de eerste vergissing. Elf uur zat ik in een ijskast. En ik overdrijf niet. Ik had zowat alle kleren aan die ik bij had en heb desondanks geen oog dicht gedaan. En dan zijn elf uren lang. Heel lang. Mijn einddoel was het hostel van een vriend die ik al zestien jaar niet meer gezien had. Zestien jaar! Heel speciaal om dan iemand weer te zien, maar absoluut fijn. En dus at ik om 9 uur 's morgens toast en dronk ik thee in een houten hostel dat volledig op palen in de zee stond. Als er een boot nogal snel voorbij vaart, golft er wel eens wat water door de houten planken heen. Speciaal. Een groot gat in de vloer doet dienst als zwembad met schommels ernaast en zelfs een toren om te duiken of 'een bommetje' te doen. Mooi gedaan dus, maar er was echter één probleem... Het hostel stond bekend als 'party place to be' en ik haal de gemiddelde leeftijd hier toch wel wat naar boven. Vergissing nummer twee...

Wat later wandelde ik over de eilanden en praatte ik even met die arm (en de rest) die op het vliegtuig gestapt was en plots waren ze er. Verstopt in mijn ooghoeken en ik probeerde ze zo onzichtbaar mogelijk te houden, maar het kwaad was geschied. Zo'n dag heb je natuurlijk af en toe en een nacht bibberende slapeloosheid helpt dan niet. De weerslag van drie weken die moeilijk beter hadden kunnen lopen. Tinteling tuut tuut aangekomen.



De liefde voor Panama is er nog even niet. Die voor de arm (en de rest) die op het vliegtuig stapte des te meer. Maar binnen een paar dagen komt die voor Panama ook wel piepen... Tenslotte beter dan pakweg Turkmenistan, niet?

zondag 13 december 2015

A (wo)man with(out) a plan

En plots is het bijna een maand verder. Ik zit nog steeds in Thailand, al was dat niet het plan. Maar er zijn wel meer dingen op deze reis anders gelopen dan 'gepland'. En dat terwijl mijn plannen bij de start zelfs betrekkelijk miniem waren. De grootste verandering van mijn plannen heeft meteen ook te maken met de radiostilte van de afgelopen weken. Ik ben namelijk niet alleen verliefd geworden op Afrika, maar ook op een specifiek onderdeel van Afrika. Het is te zeggen, een tijdelijk onderdeel dat momenteel in Mexico te vinden is. En dus veranderde ik mijn plan ('ik ga Azië ontdekken') nogal drastisch in een nieuw plan ('ik ga een specifiek onderdeel van Mexico ontdekken'). Concreet vlieg ik op het einde van het jaar dus naar Mexico. 

Ik heb er lang tegen gevochten. Uiteindelijk was ik bewust alleen op reis vertrokken en had ik nog heel wat voor mezelf te ontdekken. Dus was het dan wel goed als ik halsoverkop naar de andere kant van de wereld zou vliegen? Voor iets waarvan ik, laat ons eerlijk wezen, niet eens kon zeggen hoe het af zou lopen. Alsof je dat ooit wel kan met dergelijke dingen. Na heel wat innerlijke gevechten en ook gesprekken met dat specifieke onderdeel in Mexico bedacht ik me dat ik mezelf in de eerste plaats beloofd had om dit jaar vooral te voelen en te doen wat ik echt wilde. En plots bleek de beslissing dan helemaal niet zo moeilijk. Ik wilde naar Mexico! En dus boekte ik een ticket. 

Ik heb het lang stil gehouden voor de wereld. Om verschillende redenen. Al heb ik eerder al een hint gegeven. Ik schreef namelijk al dat ik een soulmate gevonden had, dus de opmerkzame ziel onder u had misschien al iets in de smiezen. Hier en daar kreeg ik er al een vraag over die ik dan meestal met een kwinkslag ontweek. Maar uiteindelijk moest het er gewoon uit. De wereld mag het nu weten. Of alleszins een stukje ervan.

Nu begrijpt u ongetwijfeld ook beter waarom ik het zo moeilijk had om te aarden in Azië. Ik miste namelijk niet enkel Afrika... Gelukkig kwam ik na Ko Tao en het duiken Maria en Magdalena tegen. Echt waar. Niet verzonnen. Mocht Boeddha niet zo alom aanwezig geweest zijn, misschien was ik dan wel overtuigd christen geworden. Want zeg nu zelf, Maria Magdalena tegenkomen op een moment dat je je verloren voelt...
We besloten samen verder te trekken en via een omweg (Phuket), kwamen we uiteindelijk in het Noorden van Thailand terecht. De twee Duitse dames bleken het perfecte antwoord op mijn zoektocht naar iets vertrouwds in Azië. Het missen kreeg een andere, positievere vorm en ik kon hier ook weer mooie dingen zien en genieten van wat hier wel was. Thailand heeft wel degelijk meer te bieden dan enkel toeristische dingen, al moet je soms goed zoeken.
Maria vertrok weer richting huis na een week en Lena (Magdalena krijgen ze hier in Thailand niet gezegd) en ik gingen samen verder. Het is ongelofelijk om te merken hoe dicht je plots bij iemand kan komen tijdens reizen. Je bent vaak 24 uur op 24 samen en al snel krijg je het idee dat je iemand al jaren kent. Het klikte super en niet alleen bleken we beide fan van trektochten ver weg van de bewoonde wereld (en de toeristen), maar ook van de wereld en de dingen gewoon op je laten afkomen. En zo gebeurde het wel eens dat we een hele dag in een hippe (maar vooral hippie) koffiebar doorbrachten. Of ergens in slaap vielen in een zetel. Verder niets. En dat was geweldig.


Ik spreek in het verleden, want morgen vertrekt ook Lena naar huis en ben ik weer alleen. Ik ga haar missen en ook een ander gemis zal weer sterker naar boven komen. Ongetwijfeld. Maar ik heb ook geleerd dat niets doen of gewoon ergens 'zijn' meer dan voldoende is. Het is helemaal ok dat ik op een eiland wil gaan zitten en geen cultuur of tempels wil zien. Het is ook ok dat ik dat specifieke onderdeel in Mexico mis en gewoon zo goed als elke dag wil bellen. Ik heb meer vertrouwen in mezelf gekregen. En in de wereld. Ik red het wel. En binnen twee weken kan ik datzelfde specifiek onderdeel in Mexico eindelijk weer in levende lijve zien en niet meer via Skype of FaceTime.

Plannen zijn soms nodig, maar je moet ze vooral ook los kunnen laten. Want die dingen die je echt gelukkig maken, net die kan je niet plannen. En net die vind je niet op de platgetreden paden, maar wel in die kleine dwarsstraatjes met geweldige koffiebars waar je met gemak je dag kan slijten of in slaap kan vallen. Als je tenminste geen plannen had...

zondag 22 november 2015

I'll be ok. Just not today...

Vandaag exact twee jaar geleden vertrok je om nooit meer terug te komen. Ik denk dat het niet uitmaakt hoeveel jaren, hoeveel tijd er verstrijkt, sommige dingen wennen nooit. Dat tijd alle wonden heelt is onzin en volgens mij gewoon iets dat iemand ooit bedacht heeft uit schrik. Hoop doet leven. Dat dan weer wel.

Er is zoveel dat ik je nog had willen vragen of vertellen, had willen tonen. Dagelijks vraag ik me hier af wat je zou vinden van de dingen die ik hier doe. Ik betrap ik mezelf erop dat ik vaak dingen doe waarvan ik weet dat jij ze gedaan zou hebben. Of waarvan ik weet dat jij het geweldig zou gevonden hebben als ik ze deed. 
Maar de gezonde schrik die ik vroeger voor sommige dingen had, is als sneeuw voor de zon verdwenen en dat baart me soms wel wat zorgen. Mijn grenzen lijken een beetje vervaagd. En eigenlijk was dat ook bij jou het geval als ik er nu over nadenk. Maar ik ben me er bewust van en dat is al iets.

Mijn aankomst in Azië ging niet van een leien dakje. Bangkok was niet alleen een overweldigende stad, maar ze was ook zo luid en druk en vol mensen dat ik Afrika, de bush en haar inwoners nog harder miste. Alsof mijn ziel nog niet aangekomen was. En misschien was dat ook wel zo. Ik bracht dus een groot deel van mijn tijd gewoon in het hostel door binnen de veilige muren van mijn veel te grote kamer. Na vier dagen Bangkok, vertrok ik naar Ko Tao. Een eilandje dat iets minder druk en toeristisch zou zijn dan zijn grotere broers en bekend stond als duikparadijs. Dat leek me wel iets en om mijn energie en zin weer terug te vinden, schreef ik me in voor een duikcursus. Het hielp. Ik genoot van het duiken en zelfs van het huiswerk maken en studeren. Dat ging me veel beter af dan toerist spelen merkte ik. En dus plakte ik er nog een stukje cursus aan. Dat zou jij ook gedaan hebben. Want wat ben je uiteindelijk met een duikbrevet tot 18m als je ook tot 30 kan gaan? 

Je bent een beetje mee hier. Want hoewel we heel verschillend waren op een aantal vlakken, leken we wat andere dingen betreft eigenlijk net heel erg op elkaar. Voor mij was dat het meest uitgesproken in het feit dat we beide 'free birds' zijn. Dat heb ik nog nooit zo duidelijk gevoeld als nu. En een beetje dankzij jou, want jouw reacties die ik verzin in mijn hoofd maken het zoveel makkelijker om datgene te doen wat ik echt wil. Om los te laten en vrij te zijn of me vrij te voelen. En ik denk dat je trots zou zijn, lieve broer.
Het is eigenlijk gek. Ik heb je af en toe vervloekt omdat je zo uitgesproken je zin deed. Soms leek het alsof je je helemaal niets aantrok van wat anderen om je heen daarvan vonden. Maar ik bewonderde je er ook voor. Kon ik dat maar! Gewoon een klein beetje. Want hoewel het niet makkelijk was naar Lien en mama en papa toe om te vertrekken, hoorde ik telkens jouw stem in mijn hoofd: 'Leef Sofie!'

                                       

En zo zit ik vandaag in een hostel op Ko Tao. Ik heb het moeilijk, want iedereen komt samen als een soort nagedachtenis aan jou. En ik ben hier. Alleen. Het is de eerste keer dat ik het moeilijk heb met 'hier' te zijn. De eerste keer dat ik me echt alleen voel. En de oorontsteking die ik er gratis en voor niks bij kreeg na het duiken helpt niet echt. Er is een uurverschil van zes uur en twee vriendinnen gaan in mijn plaats, lezen mijn tekst voor jou voor en vertellen me midden in de nacht dat het mooi was. Ik kan amper iets zeggen. Ik heb pijn, voel me alleen en de tranen rollen over mijn wangen. Maar tegelijk voel en merk ik ook dat er mensen zijn die me echt graag zien. En dat troost. Net zoals jouw stem in mijn hoofd dat af en toe ook kan doen.

Lieve broer, er gaat geen dag voorbij zonder dat ik aan je denk. Zonder dat ik je mis. Zonder dat ik me vragen stel of denk hoe anders dingen geweest hadden kunnen zijn. Zonder jouw stem in mijn hoofd. En dus leef ik. Met ups en downs. Voor twee. Voor jou erbij. Want dat was wat jij voor mij was: leven in het kwadraat.

Je zus,
Sofie

dinsdag 3 november 2015

Undesirable person doing very desirable stuff...

Makkelijk was het niet, 'the bush' verlaten. En de Zuid-Afrikanen maakten het nog een klein beetje moeilijker. Het leek bijna een soort van test. Kijken of ze dat ook redt? En af en toe heb ik, eerlijk waar, naar de verborgen camera's gezocht. 

Maar laat ik bij het begin beginnen. Na mijn nachtje Maun, waar ik een beetje met mijn ziel onder mijn arm rondliep en een slaaptekort opliep dankzij de buren die Halloween vierden in ware Bollywoodstyle tot een gat in de nacht, stapte ik het vliegtuig op. Tot dan toe had ik de tranen kunnen bedwingen, maar binnenin liet ik ze de vrije loop. Ik miste de bush echt en op dat vliegtuig stappen kostte al mijn wilskracht. Klinkt cheesy, maar zo voelde het echt. 
De piloot liet weten dat ze klaar waren en even later stegen we op. Toen waren daar plots de tranen. Gek. Mijn buurvrouw dacht dat ik vliegangst had en ik liet haar maar in die waan. De rest van de vlucht was ze heel vriendelijk en af en toe zag ik haar uit mijn ooghoek een bezorgde blik opzij werpen. 
We hadden een korte tussenstop in Gaborone, wat wel grappig was. Iedereen moest uit het vliegtuig stappen, even wachten in een soort wachthal en dan op het vliegtuig richting Kaapstad en dat bleek exact hetzelfde met dezelfde stewardess die ons dus vrolijk opnieuw welkom heette. Rond half zeven landden we in Kaapstad. Het regende en stormde en de piloot liet ons geanimeerd weten dat het 13 graden was buiten. Waaat??? Daar stond ik op mijn flipflops en in T-shirt. Slik. Geen warm welkom dus. Maar als je dacht dat het daarbij bleef, dan heb je verkeerd gedacht. Ik moest nog door de douane. Ik stond wat dom te lachen (die kijken steeds zo argwanend om te zien of jij het wel echt bent op dat paspoort), wanneer hij plots zegt: 'I can't let you in mam, your visa expired. How long did you intend to stay here? I can give you 7 days at most.' Waaat??? Echt, waaaaat??? Het universum maakte het me er niet makkelijker op. Het leek alsof ze wilden dat ik gewoon terug ging. 
Ik wandelde een beetje verdwaasd verder om mijn bagage af te halen. Ik begreep er niets van, maar was zeker dat ik dit wel opgelost zou krijgen. Al snel zou echter blijken dat mijn onwankelbaar vertrouwen in mezelf echter niet voor de Zuid-Afrikanen geldt.

Ik werd opgehaald door Steve, een gids die ik in Botswana had leren kennen en die me uitgenodigd had om die avond bij zijn familie te komen eten. En dat bleek letterlijk, want ongeveer zijn voltallige familie was daar. Heel speciaal, maar ook heel fijn. Tenminste nog een stukje warm welkom in de bewoonde wereld en in Zuid-Afrika. Hij zette me later af in het hostel en ook daar voelde ik me meteen thuis. Gelukkig.

De volgende morgen besloot ik om nog even te negeren dat ik mogelijks een probleem had en ging ik de buurt wat verkennen, nieuwe kleren kopen en geld wisselen. Ik vergat echter mijn paspoort (geen geld wisselen dus) en liep verloren (heel wat buurt verkend) en dat letterlijk en figuurlijk. Ik stond liever oog in oog met een luipaard op dat moment dan daar, midden in een grootstad. Zucht.

De dag nadien zou ik, vol goede moed, mijn visumprobleem gaan oplossen met hulp van Steve die me oppikte om te gaan ontbijten. Nadien was de eerste stop 'home affaires'. Daar werden we doorgestuurd naar een ander gebouw waar ze zich bezighielden met het verlengen van visa. Klonk veelbelovend. 
We wandelden het gebouw binnen, lieten weten dat we naar de 21ste verdieping wilden en kregen doodleuk te horen dat we dan weer naar buiten moesten gaan, het hoekje om wandelen om dan hetzelfde gebouw weer binnen te wandelen. Ok. Moet lukken. Wat bleek? We kwamen gewoon in dezelfde hal uit, maar aan de andere kant van de liften!!! Dus diezelfde vrouw zat nu gewoon 20m verder! Ongelofelijk... 
Naar de 21ste verdieping waar de hoop op een oplossing al snel de grond ingeboord werd. Volgens de dame daar had ik twee opties. Of ik moest mijn ticket veranderen en 8 november het land uit zijn, of ik moest een verlenging aanvragen, maar dat zou 8 tot 10 weken duren en in die tijd mocht ik het land niet uit. Waaaat??? Een verlenging aanvragen voor 1 week duurt 8 weken??? Tuurlijk. Dat is logisch. 
Ik heb serieus naar verborgen camera's gezocht. 
'En wat gebeurt er als ik gewoon op 15 november vlieg?' vroeg ik uitdagend, terwijl ik bedacht dat ze me in het ergste geval het land uit konden zetten.
'Then you become an undesirable person for South Africa, mam, which basicly means that you can not enter the country again for the next 5 years.' Waaaat???? Misgedacht dus, het kon erger.
Mijn laatste hoop was de Belgische ambassade, maar ook die zongen hetzelfde liedje. Ik speelde even met het idee om naar Namibië of een ander buurland te vliegen of te rijden, gewoon om opnieuw binnen te kunnen, maar blijkbaar was er ook dan de mogelijkheid dat het niet zou lukken om weer binnen te raken. Zuid-Afrika wilde me niet, dat was duidelijk. Na een volle dag zoeken naar oplossingen, moest ik de handdoek in de ring gooien en mijn ticket herboeken. En dus had ik plots maar vijf dagen om in Kaapstad te spenderen. Slik.

Mijn optimistische zelf besloot dan maar dat ik er op die vijf dagen alles zou uithalen, niets zou doen 'omdat je dat toch gezien moest hebben', maar alleen die dingen doen die ik echt absoluut wilde doen. Ik wilde de Tafelberg beklimmen, met haaien gaan duiken, gaan skydiven en een daguitstap doen naar Cape Point. Ook hier liet Kaapstad me echter een beetje in de steek. 
De haaien lieten zich niet zien terwijl ik in het ijskoude water zat en amper mijn eigen tenen kon zien (en voelen). Ik zag er gelukkig wel van op het dek van de boot en wat later ook nog zeehonden en walvissen. Je hoorde me dus niet klagen. 
Bij het skydiven kreeg ik na zes uur min of meer geduldig en vooral gezond enthousiast wachten om te springen te horen dat het te donker was en we niet meer konden springen. Waaat???? Ik vreesde daar al enkele uren voor en was dat dus al gaan checken, maar diezelfde man had me op dat moment beloofd dat ik net de beste sprong zou hebben, tijdens de zonsondergang. I was a lucky girl. Jep. Ik dacht het niet dus. 
Ik was zo teleurgesteld. Het idee dat ik nu niet zou springen, terwijl ik dat beslist had, kon ik eigenlijk niet verdragen. En dus hakte ik de pijnlijke knoop door om Cape Point te cancellen.
Dat leek een beetje mijn hoofdbezigheid de afgelopen dagen. Hostels, vluchten en excursies cancellen.  Ik was dus in Cape Town en zou de grootste trekpleisters niet eens zien. Maar het was tenslotte mijn eigen reisfilosofie en dus kon ik er niet omheen.
De dag erop ging ik terug. Ik mocht als allereerste springen. Uit een mini vliegtuigje zonder deur, terwijl ik een beetje ongemakkelijk tegen de stoere borstkast van een hunk van een kerel leunde. Geen zenuwen, eerlijk waar! Of toch niet voor het springen.

Het was GE-WEL-DIG!!!! Een vrije val uit een vliegtuig gevolgd door een fantastische vlucht. Niet in woorden te vatten. En plots wist ik het. Ik zou niet voor de tick-list gaan, ik hoefde niet alles gezien te hebben of overal geweest te zijn. Voor mij gaat deze reis over ervaringen. En ook al zie ik maar een mini stukje van de wereld (en niet eens dat wat 'toeristisch gezien moet')... zolang ik die dingen doe waar ik ten volle van kan genieten, is het goed. En meer dan dat. En of dat nu een Savanna in de bush is, kijken naar de zonsondergang of uit een vliegtuig springen, er is telkens een soort overstijgend geluksgevoel dat ik gewoon veel te lang gemist heb...