zaterdag 23 januari 2016

Een arm die op het vliegtuig stapt...

De tijd schijnt me telkens weer in te halen. Voor ik er erg in heb, zijn we weer een maand verder. Ik zit opnieuw in het vliegtuig en deze keer is mijn bestemming Panama. Ik heb op een ontiegelijk vroeg uur afscheid genomen van Mexico en van mijn lief (klinkt nog een beetje gek, maar wel heel goed). Dat laatste was iets moeilijker. Niet dat ik Mexico geen warm hart toedraag, integendeel, maar als dat lief nu pakweg in Turkmenistan had gezeten, dan denk ik dat ik me daar ook best thuis had kunnen voelen. 

Terwijl het vliegtuig, nogal turbulent, steeds verder weg vliegt is het ook in mijn hoofd turbulent. De drie afgelopen weken vliegen in stukjes voorbij (sommige stukjes lijken op 'repeat' te staan) en doen me lachen en tegelijk bijna een traan wegpinken. Shit, ik mis hem nu al. Vreemd. Zo lang uitkijken en aftellen en voor je't weet is het voorbij en moet je opnieuw beginnen tellen. 



Het was magisch. Samen van een berg lopen tot de wind je optilt en doet zweven. Samen vliegen en dan hoger en hoger gaan tot bijna in de wolken. Mijn hoofd was daar al.
Samen landen en plots draait de wind 180 graden waardoor we razendsnel landen en mee moeten lopen, maar door het hoge gras vallen en al lachend met een mond vol gras weer recht krabbelen. Dat hebben we alvast veel gedaan. Gelachen. En nog zoveel meer... Kleine dingen. Gewoon eindelijk wakker kunnen worden en de arm naast je vastpakken in plaats van de gsm op het nachtkastje.

En nu is die gsm er plots weer en die arm is ook terug op het vliegtuig gestapt (met de rest wel te verstaan) richting thuis. En hier sta ik dan. In Panama. Geen idee wat ik nu ga doen. 
De eerste twee dagen liep ik een beetje verloren in Panama City, maar ik vermoed dat er nog voldoende adrenaline of een ander hormoon ofzo aanwezig was. Want het lukte me wel. Deze reis leerde me al dat ik nooit echt een fan bleek van de grote steden. Ik gaf mezelf dus even tijd om aan te komen en besloot om naar het noorden van Panama te trekken, naar Bocas del Toro. 

De nachtbus bleek echter de eerste vergissing. Elf uur zat ik in een ijskast. En ik overdrijf niet. Ik had zowat alle kleren aan die ik bij had en heb desondanks geen oog dicht gedaan. En dan zijn elf uren lang. Heel lang. Mijn einddoel was het hostel van een vriend die ik al zestien jaar niet meer gezien had. Zestien jaar! Heel speciaal om dan iemand weer te zien, maar absoluut fijn. En dus at ik om 9 uur 's morgens toast en dronk ik thee in een houten hostel dat volledig op palen in de zee stond. Als er een boot nogal snel voorbij vaart, golft er wel eens wat water door de houten planken heen. Speciaal. Een groot gat in de vloer doet dienst als zwembad met schommels ernaast en zelfs een toren om te duiken of 'een bommetje' te doen. Mooi gedaan dus, maar er was echter één probleem... Het hostel stond bekend als 'party place to be' en ik haal de gemiddelde leeftijd hier toch wel wat naar boven. Vergissing nummer twee...

Wat later wandelde ik over de eilanden en praatte ik even met die arm (en de rest) die op het vliegtuig gestapt was en plots waren ze er. Verstopt in mijn ooghoeken en ik probeerde ze zo onzichtbaar mogelijk te houden, maar het kwaad was geschied. Zo'n dag heb je natuurlijk af en toe en een nacht bibberende slapeloosheid helpt dan niet. De weerslag van drie weken die moeilijk beter hadden kunnen lopen. Tinteling tuut tuut aangekomen.



De liefde voor Panama is er nog even niet. Die voor de arm (en de rest) die op het vliegtuig stapte des te meer. Maar binnen een paar dagen komt die voor Panama ook wel piepen... Tenslotte beter dan pakweg Turkmenistan, niet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten