maandag 21 november 2016

Drie jaar...

Tijd gaat snel. Drie jaar intussen en nog steeds geen spoor van jou. De logica zegt dat je er niet meer bent, maar niet alles werkt volgens de wetten van de logica. Dit al helemaal niet want het is zo onlogisch als iets maar kan zijn. Mensen horen niet zomaar uit je leven te verdwijnen. Daar is niets logisch aan.
Nu en dan zie ik je ergens. Het tart alle wetten van die logica, dat weet ik, maar toch zie ik je. In een auto die voorbij rijdt (meestal een witte) of in een mensenmenigte. Of dan hoor ik je stem. Soms enkel je bulderende lach ergens ver weg, maar soms hoor ik je even goed fluisteren in mijn oor. Vooral wanneer ik het lastig heb of me onzeker voel. Zoals vandaag.


Er is zoveel gebeurd sinds je weg reed in je witte Audi die morgen. Je hebt Lola nooit gekend. Eveline en Jens ook niet. Je weet niet dat ik verhuisd ben en wat later de wijde wereld in trok. Je hebt geen idee dat Lien en Bert hun huis verkochten en een nieuw project startten. Dat papa eindelijk in zijn huis is gaan wonen, al is het nog niet helemaal af (zal het dat ooit wel zijn?). Je weet niet dat mama's huis vol foto's van je hangt en dat er steeds een kaarsje voor je brandt. En gelukkig zal je nooit weten hoeveel verdriet en pijn je achterliet. Je hebt geen idee dat je onze levens voor altijd veranderde. En gelukkig ook niet dat dat idee me zo verdrietig en soms zelfs kwaad maakt.

Waarschijnlijk zal je altijd 27 blijven. Mijn kleine broertje die overliep van levenslust en al eens graag grenzen opzocht. Altijd lachend en energiek en steeds weer met nieuwe plannen. Stil zitten was niets voor jou, je leefde het leven op het scherpst van de snee. Een beetje te scherp zo bleek.
Maar lieve broer, weet alvast dat ik niet enkel verdrietig en boos ben. Dat ik ook dankbaar en blij ben voor 27 jaren vol herinneringen. De nep veiligheidscamera op je kamer die de kuisvrouw deed zweten wanneer jouw kamer aan de beurt was, de uren dat je onder de salontafel doorbracht met de kat of die dag dat je per ongeluk een duif neerschoot en wij met z'n alleen een heuse begrafenis moesten houden.

Je had ook overal een eigen mening over. Je hebt me vaak gezegd dat ik iets anders moest gaan doen. Je vond psycholoog niks voor mij. Veel te serieus. En toen je me ophaalde van het vliegveld na mijn half jaar Finland meer dan tien jaar geleden en ik je vertelde dat ik daar zo gelukkig was geweest, zei je dat ik dan op een dag misschien maar langer moest gaan reizen. Want je moest doen wat je gelukkig maakte en altijd gaan voor je dromen. Dat zou jij ook doen, zei je. Ik moest je wel beloven altijd terug te komen. Waarom deed jij dat dan niet?

Op een dag heb ik mijn koffers gepakt, lieve broer. Ik ben de wijde wereld ingetrokken. En je had gelijk. Gaan voor je dromen en wat je gelukkig maakt is het belangrijkste wat er is. Ook al lijkt het soms onmogelijk of zegt iedereen dat het niet kan. Jij inspireerde me om alles uit het leven te halen wat erin zit. Om je eigen leven te leven. Al maakt dat me af en toe ook bang en onzeker.

Dus, lieve broer, is het ok als ik je gewoon meeneem in mijn rugzak? Eender waar ik ga? Het maakt het gewoon iets minder ondraaglijk je te moeten missen...

donderdag 26 mei 2016

Chocoladetaart met een snufje toekomst

En plots zit ik op een terrasje ergens in Europa met een tas verse muntthee en een klein stukje cake. Recht voor mij staat een kerk tussen huizen in gepuzzeld in lichte, witte steen. Bijna dezelfde kleur als de stenen van de smalle straatjes er omheen die kriskras door de stad lopen en je keer op keer doen verdwalen. Gelukkig hou ik van verdwalen. Op de trappen van de kleine kerk voor mij, zit een man met licht grijzend haar en een baard. Hij doet me aan iemand denken. Ik lach naar hem en hij lacht terug al weet hij niet dat ik in mijn hoofd naar iemand anders lach. Hij speelt op zijn gitaar en zingt.
If I lay here
If I just lay here
Would you lay with me and 
just forget the world

Woorden die ik ooit op de muur in de slaapkamer schilderde. 

Ik geniet. Van de kleine dingen. Van hier zijn. Van de zon. Van fijne gedachten die zorgen voor een permanente inwendige glimlach. De afgelopen tien maanden spelen zich als een film in mijn hoofd af. Wat ziet de wereld er anders uit nu. Groter en kleiner tegelijk. Ik heb vier continenten bezocht. Ik heb mensen van over heel de wereld leren kennen. Het lijkt alsof ik beter begrijp waar het allemaal om draait, wat belangrijk is en wat niet. Ik ben veranderd. Voor altijd. Ik doe dingen die ik vroeger nooit gedaan zou hebben of omgekeerd, sommige dingen doe ik niet meer. Ik voel me meer op mijn gemak. Overal. Alsof de wereld mijn thuis geworden is. 



Na twee en een halve maand door Afrika trekken samen met mijn lief, ben ik weer alleen op pad. Afrika en mijn lief waren fantastisch. Ik heb in een luchtballon gevlogen over één van de mooiste landschappen die ik ooit zag. Ik zag zebra's vechten, giraffen de liefde bedrijven, hoorde leeuwen in de nacht elkaar roepen en zag voor het eerst een neushoorn. Ik sliep onder de sterrenhemel op een indrukwekkende zoutpan, hielp een schildpad oversteken die uiteindelijk van schrik op mij plaste en zwom in een infinity pool met uitzicht op de ongelofelijke natuurpracht van Namibië. 
Ik wandelde op blote voeten over het strand naast pinguïns en bewaakte onze brunch tegen hongerige aapjes. Ik proefde meer dan tien verschillende wijnen, met en zonder kaas of chocolade, in een adembenemend decor en ik las een boek in de hangmat terwijl een jakhals ongeïnteresseerd voorbij trippelde. Ik zag slangen in alle kleuren en maten, vleermuizen vlogen over mijn hoofd en een uil kwam naast onze tafel zitten terwijl we avondeten aten. 




Terwijl ik dit neerschrijf, mompel ik luidop:'het lijkt wel een verhaal van Toon Tellegen... Een sprookje.'. En dat is het ook. Zo voelt het ook. Ik heb zoveel beleefd en ervaren dat ik niet meer terug kan naar wat voordien mijn leven was. Het is nu te klein, te leeg en te vol tegelijk en het werd geregeerd door angst en de valse belofte dat zekerheid het hoogste goed is en de basis voor je geluk.
Nu is er onzekerheid en soms, heel af en toe jaagt die me absoluut angst aan en slaat die met 'wat als-en' in mijn gezicht. Wat als je relatie niet standhoudt? Wat als je geen job vindt? Wat als je geld op is? Wat als...? Wel dat weet ik niet. Dat zien we dan wel weer.



Het is alsof er diep in mij iets ontwaakt is. Alsof ik weet dat er een andere toekomst voor mij open ligt, al kan ik die nu nog niet zien. Steven Spielberg zei ooit dat je toekomst zelden roept wat hij voor je in petto heeft. Hij fluistert en als je goed luistert, hoor je het misschien. Ik leer luisteren en sommige woorden of flarden hoor ik al. Maar soms is er simpelweg nog steeds teveel lawaai. Dan roept de angst tot mijn oren ervan tuiten of ben ik bang om stil te vallen.

Ik zit weer op een terrasje ergens in Europa en deze keer met een stuk chocoladetaart en een glas vers geperst appelsiensap. Ik zit hier helemaal alleen en hoor rustige Spaanse muziek door de grote open terrasdeuren naar buiten zweven. Een hondje jankt ergens verder weg en tussen de muziek door hoor ik twee mannen binnen praten en plannen. Ze volgden hun droom en begonnen een eigen koffiehuis en vegetarisch restaurant. Hoewel ik twijfelde over een vegetarische lunch stapte ik toch naar binnen. Ik was namelijk zeker dat ik van dromen hou. Van dromen die werkelijkheid worden. Van gefluister uit de toekomst. En natuurlijk van chocoladetaart.

maandag 22 februari 2016

Wachten op Godot...

Ik had nooit gedacht dat ik op een dag vrijwillig kaki en beige kleren zou gaan kopen en ze nog mooi zou vinden ook. Maar toch heb ik dat het afgelopen weekend gedaan. Zo zie je maar... Reizen doet wat met je en verandert zelfs onbenullige dingen zoals je afkeer voor bepaalde kleuren als het kleren betreft.

Ik zit momenteel in de transitzone op het vliegveld van Atlanta, klaar om met mijn kaki en beige kleren opnieuw het vliegtuig op te stappen richting Afrika. Het is een lange reis van drie dagen, maar ik heb geleerd te wachten. En ik heb zo lang uitgekeken naar dit moment, dat het nu helemaal ok is om zes uur op een vlieghaven te zitten. Ik ben onderweg en dat is meer dan de afgelopen vijf weken. 

Het is een dubbele tijd geweest hier in Panama. Ik heb prachtige dingen gezien en mooie momenten beleefd. Ik heb het koud gehad in de bergen, ben er bijna weg gewaaid, ik heb het enorm warm gehad aan de zee aan de pacific coast, ben er bijna gesmolten. Ik heb tussen haaien en schildpadden gezwommen, door scholen van meer dan duizend vissen en ik heb dolfijnen uit het water zien springen. Ik heb op hagelwitte stranden met wuivende palmbomen gewandeld en gezwommen in golven die twee keer zo groot waren als ik. Ik heb fijne ontmoetingen gehad met andere reizigers en ook af en toe met locals.


Zo zat ik op een dag al twee uur op de bus te wachten toen er een klein meisje tegen mij begon te praten. Mijn Spaans is jammer genoeg niet om over te stoefen, maar ik slaagde erin om een simpele conversatie met haar te voeren en ze vertelde me dat ze munten van over de hele wereld spaarde. Ze had er al vijf. Ik dook meteen in mijn rugzak en viste er een zakje met munten uit. Munten van Botswana, Zuid-Afrika, Thailand en Mexico. Ik vond zelfs nog een briefje van 20 bath dat ik haar ook gaf. Ze glunderde (en ik erbij) en rende meteen naar haar vader om trots haar nieuwe schatten te tonen. In één keer was haar verzameling verdubbeld. Haar vader had voordien wat verderop gitaar zitten spelen. Hij kwam me meteen uitvoerig bedanken en vroeg een beetje bezorgd of het briefje toch niet teveel waard was. Ik stelde hem gerust en complimenteerde hem met zijn gitaarspel. Hij draaide zich prompt om, ging zijn gitaar halen en begon te spelen. Van kerstliedjes tot het nationale volkslied van Panama. De zon scheen en ik lag op mijn rugzak naar de wolken te staren. Wachten was helemaal zo erg niet.


Zo was het niet altijd de afgelopen vijf weken. Ik heb vaak de dagen afgeteld en letterlijk kruisjes gezet. Wachten op water of electriciteit, op weer internet om te kunnen bellen of wachten op een bericht... 
Na drie weken samen met mijn nieuwbakken lief in Mexico, bleek het lastiger dan gedacht om weer alleen te reizen. Ik vond vooral ook van mezelf dat ik niet flauw moest zijn en alleen reizen was tenslotte altijd het plan geweest. Maar reizen doet wat met je en verandert niet alleen onbenullige dingen zoals een afkeer van kaki of beige of een plotse gsmverslaving, maar ook grote dingen. Zoals een lief. En de bijhorende voorkeur om te gaan reizen met dat lief. En alles wat daarbij komt kijken en dat is eigenlijk wel wat.

En nu ben ik onderweg. Om samen met hem verder te reizen. Mij hoor je dus niet klagen over zes uur wachten op een luchthaven. Na vijf weken is dat een peulschil. Met op de achtergrond het rustgevende geluid van een saxofoon, zit ik aan een tafeltje en schrijf ik voor de derde keer dit stukje. De derde keer want ik vergat de vorige twee keer op 'bewaar' te duwen. Maar ik ben geduldig. Als nooit voordien. Nog twee dagen. En dan mag ik weer heel lang ongeduldig zijn. Afrika, beware... Ik kom eraan!

zaterdag 23 januari 2016

Een arm die op het vliegtuig stapt...

De tijd schijnt me telkens weer in te halen. Voor ik er erg in heb, zijn we weer een maand verder. Ik zit opnieuw in het vliegtuig en deze keer is mijn bestemming Panama. Ik heb op een ontiegelijk vroeg uur afscheid genomen van Mexico en van mijn lief (klinkt nog een beetje gek, maar wel heel goed). Dat laatste was iets moeilijker. Niet dat ik Mexico geen warm hart toedraag, integendeel, maar als dat lief nu pakweg in Turkmenistan had gezeten, dan denk ik dat ik me daar ook best thuis had kunnen voelen. 

Terwijl het vliegtuig, nogal turbulent, steeds verder weg vliegt is het ook in mijn hoofd turbulent. De drie afgelopen weken vliegen in stukjes voorbij (sommige stukjes lijken op 'repeat' te staan) en doen me lachen en tegelijk bijna een traan wegpinken. Shit, ik mis hem nu al. Vreemd. Zo lang uitkijken en aftellen en voor je't weet is het voorbij en moet je opnieuw beginnen tellen. 



Het was magisch. Samen van een berg lopen tot de wind je optilt en doet zweven. Samen vliegen en dan hoger en hoger gaan tot bijna in de wolken. Mijn hoofd was daar al.
Samen landen en plots draait de wind 180 graden waardoor we razendsnel landen en mee moeten lopen, maar door het hoge gras vallen en al lachend met een mond vol gras weer recht krabbelen. Dat hebben we alvast veel gedaan. Gelachen. En nog zoveel meer... Kleine dingen. Gewoon eindelijk wakker kunnen worden en de arm naast je vastpakken in plaats van de gsm op het nachtkastje.

En nu is die gsm er plots weer en die arm is ook terug op het vliegtuig gestapt (met de rest wel te verstaan) richting thuis. En hier sta ik dan. In Panama. Geen idee wat ik nu ga doen. 
De eerste twee dagen liep ik een beetje verloren in Panama City, maar ik vermoed dat er nog voldoende adrenaline of een ander hormoon ofzo aanwezig was. Want het lukte me wel. Deze reis leerde me al dat ik nooit echt een fan bleek van de grote steden. Ik gaf mezelf dus even tijd om aan te komen en besloot om naar het noorden van Panama te trekken, naar Bocas del Toro. 

De nachtbus bleek echter de eerste vergissing. Elf uur zat ik in een ijskast. En ik overdrijf niet. Ik had zowat alle kleren aan die ik bij had en heb desondanks geen oog dicht gedaan. En dan zijn elf uren lang. Heel lang. Mijn einddoel was het hostel van een vriend die ik al zestien jaar niet meer gezien had. Zestien jaar! Heel speciaal om dan iemand weer te zien, maar absoluut fijn. En dus at ik om 9 uur 's morgens toast en dronk ik thee in een houten hostel dat volledig op palen in de zee stond. Als er een boot nogal snel voorbij vaart, golft er wel eens wat water door de houten planken heen. Speciaal. Een groot gat in de vloer doet dienst als zwembad met schommels ernaast en zelfs een toren om te duiken of 'een bommetje' te doen. Mooi gedaan dus, maar er was echter één probleem... Het hostel stond bekend als 'party place to be' en ik haal de gemiddelde leeftijd hier toch wel wat naar boven. Vergissing nummer twee...

Wat later wandelde ik over de eilanden en praatte ik even met die arm (en de rest) die op het vliegtuig gestapt was en plots waren ze er. Verstopt in mijn ooghoeken en ik probeerde ze zo onzichtbaar mogelijk te houden, maar het kwaad was geschied. Zo'n dag heb je natuurlijk af en toe en een nacht bibberende slapeloosheid helpt dan niet. De weerslag van drie weken die moeilijk beter hadden kunnen lopen. Tinteling tuut tuut aangekomen.



De liefde voor Panama is er nog even niet. Die voor de arm (en de rest) die op het vliegtuig stapte des te meer. Maar binnen een paar dagen komt die voor Panama ook wel piepen... Tenslotte beter dan pakweg Turkmenistan, niet?